Data is of data zijn
Latijnse oorsprong van het woord "data"
Het woord "data" vindt zijn oorsprong in het Latijn. Het is het meervoud van "datum", dat letterlijk "iets gegeven" betekent. In klassieke zin is "data" dus een meervoudsvorm en zou men in het Nederlands correct moeten zeggen: "de data zijn". Deze benadering wordt nog steeds aangehouden in bepaalde academische en formele contexten, vooral wanneer precisie en taalkundige correctheid van belang zijn.

Data in de wetenschappelijke wereld
Binnen de wetenschappelijke en academische wereld blijft het meervoudige gebruik van "data" gangbaar. Dit komt voort uit de behoefte aan nauwkeurigheid en traditie. Zinnen als "De data zijn nog niet volledig geanalyseerd" worden als correct beschouwd. Vooral in vakgebieden als statistiek, epidemiologie en informatica blijft men trouw aan de klassieke grammatica.
In technische documentatie en onderzoeksrapporten wordt deze meervoudsvorm vaak nog als norm gezien. Hierdoor sluit de terminologie aan bij de internationale wetenschappelijke standaard en wordt misinterpretatie voorkomen.
Data in alledaags taalgebruik
In het dagelijkse taalgebruik zien we een duidelijke verschuiving. Hier wordt "data" vaak behandeld als een enkelvoudig collectief zelfstandig naamwoord, vergelijkbaar met woorden als "informatie" of "geld". Dit betekent dat men doorgaans zegt: "De data is nog niet beschikbaar" in plaats van "De data zijn".
Deze benadering sluit beter aan bij het intuïtieve taalgevoel van veel mensen en wordt vooral gebruikt in de media, bij bedrijven en in de IT-sector. In deze context wordt "data" gezien als één geheel, zonder nadruk op de afzonderlijke gegevens waaruit het bestaat.

De situatie in het Engels
Ook in het Engels is er sprake van een vergelijkbare discussie. Traditioneel werd "data" als meervoud behandeld, met "datum" als het enkelvoud. Maar in modern zakelijk en journalistiek Engels wordt "data" steeds vaker als enkelvoud gebruikt. De Associated Press Stylebook schrijft bijvoorbeeld voor om "data" als enkelvoud te behandelen, tenzij de context een meervoud vereist.
Tegelijkertijd erkent de Oxford English Dictionary beide vormen als correct, afhankelijk van de context. In academische publicaties wordt vaak nog gekozen voor het meervoud, terwijl in tech- en marketingomgevingen "data is" inmiddels de standaard is geworden.

Wat is correct: "data is" of "data zijn"?
Het juiste gebruik van "data" hangt sterk af van de doelgroep, context en het doel van de tekst. In wetenschappelijke, technische en formele teksten verdient het meervoud ("data zijn") de voorkeur, omdat dit nauwkeuriger aansluit bij de Latijnse oorsprong en het gebruik binnen vakgebieden.
In dagelijks taalgebruik, binnen bedrijven en in online communicatie is het gebruik van "data" als enkelvoud ("data is") echter breed geaccepteerd en zelfs de norm geworden. Het klinkt natuurlijker voor veel sprekers en past bij de manier waarop mensen gegevens als één geheel beschouwen.
Taaladvies: wees vooral consistent
Of je nu kiest voor "data is" of "data zijn", het belangrijkste is dat je consistent blijft binnen dezelfde tekst of presentatie. Wissel dus niet halverwege van enkelvoud naar meervoud, want dat komt verwarrend en onprofessioneel over.
Voor communicatie gericht op een breder publiek of in commerciële contexten is "data is" doorgaans prima. Voor academische, formele of internationale teksten is "data zijn" vaak beter passend.
Samenvattend
- Latijn: "Data" is meervoud van "datum", dus technisch is "data zijn" correct.
- Wetenschap: Meervoudsvorm ("data zijn") blijft de norm in academische context.
- Alledaags gebruik: Enkelvoudsvorm ("data is") is inmiddels wijdverspreid en geaccepteerd.
- Engels: Beide vormen zijn juist, met voorkeur voor enkelvoud in moderne zakelijke communicatie.
- Taaladvies: Kies een vorm op basis van je doelgroep en blijf consistent.